DIE ARME WALEN Daar is iets aan 't verandren In Vlandren. O wee die arme Walen! Zij moeten voortaan Hun koken en braan Betalen. Daar valt niet meer te pluimen, Daar valt niet meer te schuimen; Zij moeten Vlandren ruimen, O wee! Gebruikten de Walen hun fijn verstand, Zij lieten in Belgie den boel in brand, En trokken ineens naar hun liefste land, Hun vaderland: la France! Met open armen, dankrijk, Zal Frankrijk Die arme, arme Walen Op een schoon vet kalf Een dag en half Onthalen. Maar morgen moeten zij, morgen, Voor hun eigen kostje zorgen. Want broeders kunnen niet borgen, O wee! Die arme Walen en franskiljons, Zij hadden het toch zoo goed bij ons. Zij aten wit brood en sliepen op dons. Nu moeten zij naar.... la France. 125 De Noodhoorn. Vierde uitgave, Amsterdam 1932, 160 p. 82 De Noodhoorns uitgegeven in 1940, 1943 en 1975, 186 p.